
Twee bokalen met deksel en een drinkschaal, zilver verguld, Amsterdam 1726, toegeschreven aan Christiaan Warenberg, Luther Museum, Amsterdam.
Als je nu door het door toeristen overspoelde Amsterdam loopt, is het misschien moeilijk voor te stellen dat dit Madurodam op groot formaat ooit één van de belangrijkste knooppunten was in een Europees netwerk voor de edelsmeedkunst. Vaak realiseren wij ons niet dat de relaties die hier met de rest van Europa werden onderhouden, bepalend waren voor het gezicht van de Nederlandse edelsmeedkunst, en dus ook dat de Nederlandse edelsmeedkunst op allerlei niveaus direct met internationale ontwikkelingen verbonden was.
Gedurende de Republiek, maar ook daarna, was Holland en dan vooral Amsterdam, een gewilde vestigingsplaats voor allerlei edelsmeden uit de toen bekende wereld. In de Republiek bestond in vergelijk een zekere godsdienstvrijheid, maar misschien nog wel belangrijker was dat Amsterdam tot diep in de negentiende eeuw het belangrijkste Europese handelscentrum was voor edele metalen. De grondstof was hier altijd in voldoende mate voorhanden, en dat trok edelsmeden uit Duitsland, Frankrijk, de Zuidelijke Nederlanden en Italië aan.

Eén van twee altaarkandelaars, zilver, 42,7 x 16,6 cm, Amsterdam 1710, toegeschreven aan Christiaan Warenberg, Rijksmuseum Amsterdam, BK-16091
Verreweg de grootste groep immigranten kwam uit Duitsland, en vormde in Amsterdam rondom de verschillende Lutherse kerken een eigen gemeenschap. Hun geschiedenis wordt verteld in het net geopende Luthermuseum aan de Keizersgracht in Amsterdam. Ik werd (natuurlijk) direct gegrepen door de Lutherse zilverschat die in een aparte kamer staat te stralen. Heel bijzonder is een verguld zilveren avondmaalstel, gemaakt in 1728 voor de Oude Lutherse kerk in Amsterdam. De maker ervan was Christiaan Warenberg of Warnberger (1667-1747). In Augsburg werkten zijn familieleden in goud en zilver. Christiaan kwam in 1696 naar Amsterdam, en was er buitengewoon succesvol. Door zijn vakgenoten werd hij 1710 en in 1716 tot de beste zilversmeden gerekend. Zeker tot aan het einde van zijn leven bleef hij actief; bijna vijftig jaar na zijn aankomst bestond zijn bedrijf nog steeds. In 1745 bestond het uit een werkplaats en een winkel, waar ook werk van andere goud en zilversmeden werd verkocht.
Voor de strakke geometrische vormen en de terughoudende versieringen van het avondmaalstel zijn in het Nederlandse zilver rond 1720 verschillende parallellen te trekken. Dezelfde tendens naar reductie en abstractie vind je ook in Engeland en in Duitsland terug. Ander werk van Warenberg, zoals een stel gegoten altaarkandelaars uit 1710 is even internationaal. Vorm, versiering en techniek behoren tot de zware, Frans georiënteerde ontwerpen voor de edelsmeedkunst die in Nederland aan het einde van de zeventiende eeuw door de architect en ontwerper Daniël Marot werd geïntroduceerd. Warenberg maakte daarnaast kunstwerken waarvan de modellen en versieringen veel minder direct met internationale tendensen verbonden was. De horizontale verdeling van de versiering van een koffiekan met drie kraken uit 1717 doet alleen in de verte nog aan Franse idealen denken. Het ontwerp is veel dynamischer. Als je door je oogharen naar dit stuk kijkt, valt op dat krachtige lijnen de contouren van het model bepalen, en dat de beweging in de poten en de oren wordt voortgezet.

Koffiekan met drie kranen, zilver, 38,9 x 30,2 cm, Amsterdam 1717, toegeschreven aan Christiaan Warenberg, Rijksmuseum Amsterdam, geschenk van mevrouw Heineken, in overeenstemming met de wens van haar vader, de heer A.J. Heineken Hzn, 1912, Amsterdam, inv.nr. BK-NM-12307
Om in Amsterdam in het eerste kwart van de achttiende eeuw een succesvolle edelsmid te kunnen zijn, moest deze in staat zijn eenvoudige, goed geproportioneerde modellen te maken, maar ook varianten met een veel complexere versiering. Getrouwe interpretaties van internationale modellen staan gebroederlijk naast scheppingen met een veel duidelijker eigen handschrift. Voor de laatste categorie kennen we één van de opdrachtgevers; in miniatuur liet Petronella Oortman Warenberg omstreeks 1710 verschillende objecten uitvoeren voor haar poppenhuis. Op de gueridons naast de toilettafel links staan nog steeds de koffiekan en de waterketel op komfoor, op de wanden van de kraamkamer hangen de vier wandarmen die Warenberg speciaal voor haar maakte. Dat hij een belangrijke zilversmid moet zijn geweest, vertellen ons de geschreven bronnen. Wat de tijdgenoot in zijn werk waardeerde, kunnen we achterhalen als we goed naar de voorwerpen luisteren. En dat is moeilijker dan je denkt…

Jacob Appel, Het poppenhuis van Petronella Oortman, olieverf of perkament, ca. 1710, detail van de Kraamkamer, SK-A-4245

Waterketel op komfoor en koffiekan met drie kranen in miniatuur, zilver, h. 3,7 en h. 4,7 cm, de waterketel gemerkt met het meesterteken, Amsterdam, voor 1710, toegeschreven aan Christiaan Warenberg, Rijksmuseum Amsterdam, BK-NM-1010-100 en 99.